Cenderawasih Bay: Welkom in het huis van de walvishaai ...

Zoals zo vele andere plaatsen ter wereld, heeft ook West-Papoea zijn eigen nationale mariene park. Met een oppervlakte van iets meer dan 14.000 vierkante kilometer is de baai van Cenderawasih trouwens ook het grootste beschermde gebied van Indonesië. Meer dan duizend vissoorten en ongeveer vijfhonderd verschillende soorten koraal kan men er vinden. En nog worden er regelmatig nieuwe ontdekkingen gedaan …

Zo deed een patrouilleteam van het Cenderawasih National Park in augustus 2008 één van de bizarste ontdekkingen ooit. In tegenstelling tot bijna alle andere beschermde parken is het vissen hier nog steeds toegestaan. Maar het vissen gebeurt er op een wel heel speciale manier. De lokale vissers maken namelijk gebruik van door hen zelf in elkaar geknutselde drijvende platformen, door de indonesiërs ‘bagans’ genoemd.

Op iedere ‘bagan’ bevindt zich een klein houten hokje waar de vissers de ganse dag, sommige vissers zelfs weken aan één stuk in doorbrengen. Onderaan de ‘bagans’ bevinden zich grote netten die dienen als vangnet, maar ook gebruikt worden als drijvende kweekvijvers. Het vissen zelf gebeurt tijdens de nacht. Grote lampen worden ontstoken waardoor de vis wordt aangetrokken. Maar, wij zijn hier om de geruchten die de ronde doen te bevestigen: dagelijks zouden walvishaaien hier in grote aantallen uit de diepte naar de oppervlakte komen. En … wie droomt er nu niet om eens oog in oog te zwemmen of beter zelfs, te duiken met de grootste vis ter wereld: de walvishaai of Rhincodon typus!

Het is 18 december 2011, vier uur in de ochtend. We bevinden ons eindelijk in de baai van Cenderawasih. Iets verderop ligt het kleine eilandje Ahe. Het anker wordt uitgegooid en een paar minuutjes later hoor ik de speedboten uitvaren. Zoals afgesproken de dag voordien gaat een deel van de bemanning eerst op zoek naar een bagan waar walvishaaien worden gesignaleerd. Nooit eerder zag ik iedereen aan boord zo vroeg uit bed komen!

Maar het is afwachten, bang afwachten … Pas een uurtje later keren de zodiacs terug. 'En? Zitten er ergens walvishaaien?'

 
Bagan indonesia Bagan, drijvend vissersplatform
Walvishaai Walvishaai
Walvishaai Walvishaai
“Ja hoor! Er werden drie stuks gezien aan één van de ‘bagans’ iets verderop in de baai”. Duik 589 wordt er eentje die ik nooit meer zal vergeten. Ik had vooropgesteld dat ik al heel tevreden zou zijn, mocht ik één walvishaai te zien krijgen. Maar de daarop volgende 95 minuten waren gewoon adembenemend! Wij zijn onze duik gestart met drie walvishaaien en zestien duikers en sloten de duik af met ons tweetjes, negen walvishaaien en een bijna zo goed als lege duikfles.

Eens terug aan boord zien we een groot aantal duikers al terug klaar om hun tweede duik aan te vangen. Als onderwaterfotografen beslissen Els en ikzelf echter om onze volgende duik nog wat uit te stellen. Niet dat we zo verwend raken, maar wij maken immers ook graag enkele foto’s zonder de talrijke luchtbellen en duikers. En wij mogen hier trouwens toch duiken volgens het opendeksysteem: je duikt wanneer, hoelang en met wie je wilt.

Bij onze tweede duik met de walvishaaien raken we ‘maar’ tot vijf exemplaren. Grappig hé, het waren er maar vijf! De lokale vissers hebben ondertussen een speciale techniek ontdekt waarmee ze voor ons, duikers de walvishaaien lokken. Een emmer wordt af en toe in het water gegooid en een geplons weerklinkt: doeng-doeng, doeng-doeng, …


WALVISHAAI

Walvishaaien Fotograferen van walvishaaien
Walvishaaien Hongerige walvishaaien
Walvishaai Volwassen walvishaai
Blijkbaar draagt dit geluid heel ver en de eerste walvishaaien komen al vrij snel uit de diepte naar de oppervlakte. Een deel van de vangst - kleine sardientjes - wordt vrijgelaten (?) en door de vissers in open zee gegooid. Er wordt aangenomen dat walvishaaien enkel leven van plankton, maar deze kleine sardientjes (in het Indonesisch ‘Ikan Puri’) worden blijkbaar aanzien als een delicatesse door deze enorme reuzenhaaien. Met hun mond wijd open komen ze langzaam naar de netten toe gezwommen. Van zodra ze zich tussen de netten bevinden, blijven ze even ter plaatse hangen en zuigen enorme hoeveelheden water en de kleine sardientjes naar binnen. Maar, ook al noemen de vissers in Indonesië hen (mede omdat de walvishaai ook zo tam is) 'hiu bodoh', letterlijk vertaald ‘domme haai’ zijn ze toch wel slim hoor. Want wanneer hun buikje vol is of wanneer de walvishaaien geen voedsel meer krijgen, verdwijnen ze als sneeuw voor de zon en trekken ze zo weer de diepte in.

De volgende ochtend is de zichtbaarheid opmerkelijk beter. Er staat ook bijna zo goed als geen stroming. Opnieuw worden er afspraken gemaakt met de lokale vissers. Ja hoor, op en rond de Indonesische eilanden draait alles om geld. En het is maar logisch ook. Maar de prijs die tegenwoordig moet worden betaald om een deel van hun vangst af te staan om de walvishaaien te lokken gaat enorm de hoogte in.

Maar, wij duiken weer het water in ...


Artikel gepubliceerd in Hippocampus - Nr.246

Andere blogs ...