ROMBLON: en zijn zeldzame zeeslakken ...

De laadbrug van onze overnachtse veerboot wordt naar beneden gelaten. Nog even en wij maken opnieuw contact met het vaste land. Tientallen porters (bagagedragers) staan te drummen om als eerste aan boord te komen. Onmiddellijk zetten zij koers naar de luxe kajuiten. Hier verblijven, net als wij, de echte overzeese buitenlanders en in hun ogen: ‘de toeristen met geld’. Voor nog geen 100 pesos per man (ongeveer anderhalve euro) dragen zij onze bagage van de veerboot en begeleiden ze ons naar de uitgang. Natuurlijk vallen we nog even voor de charmes van “onze” porters en hun waarschijnlijk ingestudeerd nummertje: ’Pfff… Very warm. Long walk. And your bags, ooh… very heavy’.

Inmiddels wordt onze bagage nu ingeladen in het transportmiddel bij uitstek op Romblon: trikes. Deze gemotoriseerde driewielers bieden plaats aan twee of drie personen en brengen ons zeven kilometer verder naar het ‘Three P Holiday & Dive Resort’. Wat een helse rit! Het wegdek is enorm hobbelig. Zelfs tot tweemaal toe bots ik met mijn hoofd tegen het metalen dak van deze overdekte motorfiets.

Gelukkig wacht ons een stevig ontbijt in het resort. Ikzelf sta echter te popelen om het water in te gaan. Tot vorig jaar had ik nog nooit gehoord van de Engelse term “sea slugs”. En nu bevinden wij ons hier op een verborgen paradijs in de Filipijnen waar de mooiste “sea slugs” ter wereld kunnen worden gevonden.


Wat zijn “sea slugs”?
 
Shaun the sheep Shaun The Sheep
Zeenaaktslak Een zeenaaktslak
Melibe engeli Melibe engeli
“Sea slugs” is eigenlijk een Engelse verzamelnaam voor alle slakken die in zee leven, letterlijk vertaald “zeeslakken”.

De wetenschappelijke indeling van alle slakken (zee- en landslakken) is gebaseerd op slakken die door de kieuwen ademen, slakken die door de longen ademen, de aaseters, de planteneters en ja … zelfs de vleesetende slakken. Voor de leek bestaan er echter slechts twee soorten slakken: de huisjesslakken en de naaktslakken.

Wulken zijn één van de grootste huisjesslakken die in zee leven. Kenmerkend is dat de huisjesslak zijn eigen “huis” (schelp) mee draagt op zijn rug. Zij kunnen werkelijk nog steeds in- en uit hun schelp kruipen.

Zeeslakken zonder “huis” worden zeenaaktslakken genoemd. Zij zijn carnivoren. Zij voeden zich met sponzen, anemonen, hydroidpoliepen of zelfs andere weekdieren.

Zeehazen lijken verdacht veel op zeenaaktslakken, maar dat zijn ze eigenlijk niet. Zeehazen bezitten namelijk een klein, plat en dun huisje. De schelp is echter zo sterk gereduceerd dat het door de mantel aan het oog is onttrokken. Zij kunnen zich ook niet meer intrekken in hun schelp. Het zijn zeeslakken met kieuwen die er uitzien als landslakken met grote oren.

Kauries is dan weer een gebruiksnaam voor een andere speciale groep van zeeslakken. Kauri’s zijn spectaculair mooi en hebben een porseleinachtige glans. Ook al zien ze er niet echt uit als zeeslakken, zijn ze het wel.


Op zoek naar de trekpleisters van Romblon

Cyerce nigra Cyerce nigra
Cyerce elegans Cyerce elegans
Melibe colemani Melibe colemani
Voor het eerste diertje op mijn wishlist duiken we het ondiepe water in bij de duikstek Logbon Sanctuary. Op deze zanderige bodem verschuilt zich één van de trekpleisters van Romblon, de Tiger butterfly sea slug (Cyerce nigra). Net zoals de vier vleugels van een vlinder lijkt deze zeeslak in het bezit te zijn van een dozijn felgekleurde vleugels. Eigenlijk zijn het trossen van tentakels die een defensieve functie hebben, cerata genoemd. Dit diertje met zijn zwart-geel-wit kleurencombinatie laat ons onmiddellijk zien wat Romblon te bieden heeft.

Iets verderop in de baai vindt onze duikgids zijn twee andere broertjes: de Cyerce bourbonica en de Cyerce elegans. Wauw! Net zoals bij de andere zeeslakken van het geslacht Cyerce zie je ook hier de diep verdeelde rinoforen. De twee zwarte puntjes op het hoofd van de bourbonica zijn de ogen. In tegenstelling tot vele andere zeeslakken zijn de ogen hier heel duidelijk zichtbaar en lijken zij me aan te staren. De vleugels van deze butterfly sea slug hebben een bruin-geel netvormig patroon en zijn omlijnd met een witte rand.

Het derde broertje, de Cyerce elegans, heeft dan weer een transparant lichaam met gele bollen. Enkel door het te fotograferen met een snoot ...



Artikel gepubliceerd in Duiken - Nr.11 - 2018

Andere blogs ...