De Grote Oceaan is de grootste oceaan van de wereld. Hij bedekt bijna de helft van het volledige aardoppervlak en de eilanden erin liggen verspreid
over een enorm gebied. In deze wateren vormt Polynesië samen met Melanesië en Micronesië het continent Oceanië, het kleinste werelddeel.
De tropische eilandengroep Frans-Polynesië maakt deel uit van Polynesië. Die is gelegen tussen Australië en Zuid-Amerika en bestaat uit 118 eilanden.
Het Polynesische eiland Moorea is samen met Tonga (gelegen in Papoea-Nieuw-Guinea) en de Silver Banks (Dominicaanse Republiek) één van
de topplaatsen voor het spotten van bultrugwalvissen.
De eerste exemplaren bereiken Moorea bij de start van het nieuwe seizoen, begin of half juli.
Het eiland kent twee ondiepe baaien. Drachtige vrouwtjes vinden hier de ideale schuilplaats tegen vijanden en zeeroofdieren.
In deze warme rustige wateren zullen zij hun jong levend baren. Gewapend met onze duikbril, vinnen en snorkel varen we met Henri,
de eigenaar van het duikcentrum Scubapiti te Moorea, de Grote Oceaan in.
Een paar minuten later begint Henri langzaam de kustlijn af te varen. We kijken allemaal heel geconcentreerd rond. We zijn namelijk op zoek naar
opspattend water of een geluid dat kan duiden op de aanwezigheid of een ademhaling, ... van een bultrugwalvis (Megaptera novaeangliae).
Wanneer Henri ons plotseling een richting aanwijst, zien wij nog net een grote plons. Amper twintig seconden later zien we eindelijk de staartvin van
onze allereerste bultrugwalvis! Volgens Henri zou het om een mannetje gaan. Nu moeten we even afwachten om te zien of de bultrug zich in een rustpauze
bevindt of op doortocht is. De rustpauzes zijn namelijk de ideale momenten om bultrugwalvissen te zien en ze soms heel dicht te benaderen.
Maar we hebben geen geluk! Enkele minuten later is het mannetje al heel ver verwijderd van onze boot.
Tijdens onze zoektocht die dag zien we nog een aantal keer enkele staart- en rugvinnen verschijnen aan de oppervlakte, maar te water gaan
en snorkelen met deze gigantische dieren zit er niet in. Gelukkig hebben we nog een tweede trip geboekt en ondertussen weten wij nu dat de bultruggen
hier wel degelijk aanwezig zijn.
Bij de aanvang van onze tweede bultrugsnorkeltrip is het meteen raak! Henri vindt voor ons een groep van vijf bultrugwalvissen in rust.
Heel langzaam en zonder al te veel lawaai te maken laten we ons in het water glijden. Na twee minuten zwemmen blijft onze lokale begeleider ter plaatse
hangen en wijst hij onder ons, op diepte, enkele donkere vlekken aan. Vooraleer je het water in mag en kan snorkelen met de bultruggen krijg je
een degelijke briefing over hoe je te gedragen in het water met deze indrukwekkende dieren. Elke groep snorkelaars staat onder begeleiding van
een ervaren 'Park ranger' (parkwachter). Ongeveer om de zeven minuten moet het kalf naar de oppervlakte komen om te ademen.
die steeds samen met de groep het water in gaat. Hem of haar voorbijsteken mag niet en bij ongehoorzaamheid moet je meteen het water uit.
Al heel snel verschijnen ondertussen ook de volgende bootjes. En ook … de volgende groepen snorkelaars. En de bultruggen?
Wel, die blijven beneden. Na dertig minuten dobberen worden we pas echt wakker geschud. De dieren komen voor de eerste keer uit de diepte
naar de oppervlakte. De zwarte schimmen krijgen stilaan wat meer vorm. De witte aftekening van de vinnen wordt duidelijk zichtbaar en voor ik het
goed besef lig ik aan de oppervlakte tussen twee enorme reuzen. De eerste foto's zijn gemaakt maar deze groep bultruggen zien we niet meer terug.
Volgens onze gids zijn er te veel snorkelaars en is er te veel lawaai aan de oppervlakte. Aan boord laat ik fier mijn allereerste foto's zien
aan Henri. "Bruno, I am sure you can do better", is zijn antwoord. Als gevolg wisselen wij onze geplande duiken de komende dagen in voor twee
extra bultrug-snorkeluitstappen en gaan we ook de volgende dag op zoek naar walvissen.
Volgens de statistieken heb je in het Polynesische eiland Moorea ongeveer 90 procent slaagkans om een bultrugwalvis te zien.
Ook het aantal keer dat je in het water kan gaan en er dan eentje van heel dichtbij kan waarnemen staat op 90 procent. Maar onze eerste waarnemingen
gebeurden het vaakst aan boord en steeds ver weg van onze boot. Volgens Henri heeft onze groep echt geen geluk. Hij besluit dan ook om op
zoek te gaan naar een moeder met kalf.
Een moeder bultrugwalvis en haar kalf verplaatsen zich slechts heel weinig. Ze kennen vele momenten van rust. Tijdens het zogen zal de kleine
ongeveer 100 liter melk per dag drinken en 30 tot 40 kg aan gewicht winnen. Ongeveer om de zeven minuten moet het kalf naar de oppervlakte
komen om adem te kunnen halen. De moeder kan echter tot 45 minuten lang uitrusten op de bodem vooraleer ze, samen met haar jong, naar de oppervlakte
zal komen om haar longen vol te zuigen en te voorzien van verse lucht.
BULTRUGWALVSSEN
Bultrugwalvis met snorkelaar
Jonge bultrugwalvis
Moeder en kalf
Bultrugwalvissen worden gemiddeld elf tot vijftien meter lang.
De vrouwtjes zijn vaak het grootst en het zwaarst. Zij wegen 35 tot 40 ton.
Pasgeboren kalveren wegen één ton en zijn tot wel zes meter lang.
Ze worden geboren na een draagtijd van elf tot twaalf maanden. Tijdens het zogen eet de moeder niet en zal ze ongeveer de helft van haar gewicht
verliezen. In de rustige en ondiepe baaien van Moorea (20 à 30 meter diepte) zal het kalf enkele maanden aan gewicht winnen.
Eind oktober tot begin november verlaten zij Moorea en vertrekken ze richting Atlantische Oceaan in.
Daar zoeken ze de koudere, maar vooral voedselrijkere wateren op.