Centraal gelegen in de Grote Oceaan liggen de eilanden van Frans-Polynesië. De eilanden ontstonden door het lekken van magma. Nieuwe vulkanen
werden gevormd, sommigen doofden uit en zo ontstonden ringvormige koraalatollen. De Markiezeneilanden, Tahiti en Bora Bora zijn de voornaamste
toeristische trekpleisters van Frans-Polynesië, maar het eiland Moorea en de atollen van Rangiroa en Fakavara zijn het meest geliefd bij duikers.
De mannen zijn er mooi gespierd (volgens de dames uit onze groep toch) en sommige lichaamsdelen zijn versierd met unieke tatoeages.
De jonge vrouwen hebben er schitterende, lange golvende haren. Achter het oor dragen zij de Tiare, de nationale bloem van Frans-Polynesië.
Dankzij de witte stranden, de turkoois gekleurde lagunes en de palmbomen die net boven de zeespiegel uitsteken, behoort deze eilandengroep
tot de mooiste van de wereld. De getijden op en rond de Frans-Polynesische eilanden en hun atollen zijn totaal verschillend in vergelijking
met bijvoorbeeld de Oosterschelde. De getijden zijn er meer afhankelijk van de windrichting en de golven dan van de stand van de maan,
zoals dat bij ons het geval is. Bijgevolg is een duik plannen er niet evident. Nochtans is het niveauverschil tussen hoog- en laagwater
er amper enkele tientallen centimeters. Bij Rangiroa wordt het water van de Grote Oceaan meerdere keren per dag met grote snelheid het atol
naar binnen geduwd of naar buiten gestuwd. Een enorme hoeveelheid water passeert de twee doorgangen, de zogenaamde passen, die het
atol Rangiroa kent.
Door de structuur van het rif ontstaat er een gevaarlijke stroming in die passen. Er wordt dan ook het vaakst gedoken aan de rechterbuitenzijde
van de Tiputa-pas. De wateren rond Rangiroa maken deel uit van een beschermd gebied, het aantal duikstekken is er dus heel beperkt.
Maar in de Tiputapas zou het krioelen van de vissen, en het rif is de thuishaven van een groep tuimelaars (Tursiops truncatus) die men er bijna
dagelijks ziet, of op zijn minst toch hoort.
Tijdens onze allereerste duik net buiten het atol krijgen we dan ook al meteen het gezelschap van een klein groepje tuimelaars.
Snel maken wij enkele foto's, maar in de eerste plaats is het genieten, puur genieten, 25 seconden lang. Even snel als de tuimelaars
zijn gekomen, verdwijnen ze weer. Ons geluk kan niet op.
Onze verwachtingen van Rangiroa voor de nog komende duiken worden meteen de hoogte in geblazen. Vijf dagen lang maken we er 2 à 3 duiken per dag.
Dolfijnen behoren tot de groep van de walvisachtigen (Cetacea). Op dit moment zijn er 42 soorten gekend, waaronder vier soorten rivierdolfijnen.
De tuimelaar is met zijn lengte van drie tot vier meter de grootste inheemse dolfijnensoort.
Mede dankzij de televisieserie Flipper is deze soort de meest bekende. Zij hebben een gemiddelde leeftijdsverwachting van 45 tot 50 jaar en wegen 200 à 300 kg.
Dolfijnen brengen onder water regelmatig een soort klikgeluid voort. Die 'klikken' komen voort uit 'luchtzakken', die zich onder het blaasgat bevinden,
en door de terugkaatsing van het geluid bepalen tuimelaars dan waar een bepaald voorwerp zich bevindt. Dat noemt men echolocatie.
Dit systeem kan door tuimelaars wel tot 100 meter ver gebruikt worden.
Na drie duikdagen en een beetje mede door het gebrek aan onderwaterleven gaat een deel van onze droom wat verloren.
De dolfijnen laten zich wel horen, maar niet zien! Ook hier, ver weg van huis en midden in de Grote Oceaan, gaat de hoeveelheid onderwaterleven
blijkbaar ook dramatisch naar beneden. Op acht duiken krijgt slechts één van onze duikgroepjes nog maar eens het geluk om een aantal tuimelaars
bij zich te houden voor een vijftal minuutjes. Met twee heel korte ontmoetingen met een reuzenmanta, drie karetschildpadden, een school barracuda's
in de diepte en een vijftal haaien kan ik de samenvatting van onze eerste negen duiken afronden.
Rifhaaien en dolfijnen
Jonge polynesische dame
Resort in Frans-Polynesië
Zwartpuntrifhaai onder boot
"Waar zijn die enorme scholen vis? Waar is die diversiteit van tien jaar geleden?" Onze reisorganisator zweet zich te pletter.
De beelden die bij hem in zijn geheugen zijn gebrand krijgen nu grote vraagtekens, maar nog meer… uitroeptekens!
'Wat gebeurt er toch met onze oceanen?!', vraagt hij zich af. Gelukkig heerst er een zeer positieve sfeer in de groep.
En wij, wij nemen de beslissing om ons te concentreren op de tuimelaars en zwartpuntrifhaaien (Carcharhinus melanopterus)
verderop in één van de baaien.
Samen met de niet-duikers maken we de volgende dag een uitstap naar één van de idyllische plekjes van Rangiroa.
Het atol beschikt over enkele prachtige, witte stranden en deze ondiepe wateren zijn de ideale plaatsen voor babyzwartpuntrifhaaien.
Terwijl onze mededuikers de diepere wateren van Rangiroa (met een duik naar 30 meter en meer) gaan opzoeken, wanen wij ons even alleen op de wereld.
Alleen op het strand, en… alleen in het water! Nou ja, als je de tientallen babyhaaitjes niet meerekent.
Voor de Polynesiërs staan bloemen symbool voor feest, plezier en levensvreugde.
In het afgescheiden dorpje Tiki Village (één van de voornaamste trekpleisters op Moorea)
moet je absoluut even gaan meegenieten van de aloude tradities van deze mensen.